Evelyn had eerder aan boord van de Olympic gewerkt.
Op 6 april 1912 tekende Evelyn bij de RMS Titanic. Ze was toen 28 jaar oud en single. Ze was stewardess en ze verdiende een maandloon van £ 3 10s. Aan boord blijkt dat ze een hut deelde met de Ierse stewardess Mary Sloan. In een brief aan de familie beschreef Miss Sloan enkele van de gebeurtenissen en maakte ze melding van Miss Marsden:
‘Ik heb nooit mijn hoofd verloren die vreselijke nacht. Toen ze om kwart voor twaalf toesloeg en de motoren stopten wist ik heel goed dat er iets mis was. Dr. Simpson kwam en vertelde me dat de mails drijven. Dingen waren behoorlijk slecht. Hij bracht juffrouw Marsden en mij naar zijn kamer en gaf ons een beetje whisky en water. Ik lachte en vroeg hem of hij dacht dat we het nodig hadden, en hij zei dat we dat moesten doen. Miss Marsden huilde, hij was boos op haar. Hij vroeg me of ik bang was, ik antwoordde van niet. Hij zei: “Goed gesproken als een echt meisje uit Ulster”. Hij moest zich haasten om te zien of er iemand gewond was. Ik heb hem nooit meer gezien. We hebben hem geholpen met zijn geweldige jas, ik heb hem nooit meer gezien. Ik voelde me daarna beter, toen zag ik onze lieve oude dokter Laughlin [sic], ik vroeg hem me het ergste te vertellen. Hij zei: “Kind, de dingen zijn erg slecht.” Ik kreeg inderdaad een reddingsboei en ging aan dek. Ik ging mijn kamers rond om te zien of mijn passagiers allemaal op waren en of ze reddingsboeien om hadden. Arme meneer Andrews kwam langs, ik las in zijn gezicht alles wat ik wilde weten.’
Ook assisteerde Evelyn als verpleegster voor de First Class passagiers. Evelyn’s collega, Mary Sloan, schreef op 27 april 191 een brief waarin stond dat ze beide tijdens de ramp naar de kamer van Dr. Simpson waren gebracht voor een beetje Whisky en water. Dr. Simpson ging weg en werd nooit meer door hen gezien.
Om 1.35 uur ging Evelyn en Mary aan boord van reddingboot nr. 16, deze reddingboot werd vanaf bakboord neergelaten door 6e officier Moody. In deze boot zaten ongeveer 40 mensen zonder dat er incidenten werden geregistreerd tijdens het laden. De hele nacht zaten ze in deze boot totdat de RMS Carpathia hen om ongeveer 07:00 uur in de ochtend ophaalde.
Toen Evelyn in Groot-Brittannië aan kwam telegrafeerde ze haar oom, George Robinson uit Chesterfield, om hem te informeren over haar veiligheid. Terug in Australië ontvingen haar bezorgde ouders rond dezelfde tijd ook bericht over haar welzijn, veel Australische kranten hadden haar aanvankelijk als een van de vermisten gemeld. Het telegram dat ze ontvingen bevatte slechts twee, maar uiterst geruststellende woorden:
‘Veilig Evelyn.’