Op 6 april 1912 meldde Annie zich aan op de Titanic. Haar laatste schip, voor de Titanic, was het ‘Lake Manitoba’. Annie werkte als stewardess op de Titanic en kreeg een maandloon van £3,10. Ze gaf haar leeftijd op als 40 (ze was 47)
Nadat de Titanic de ijsberg had geraakt, hielp Annie zeven dames, een dienstmeisje en een gouvernante. Deze dames had ze als stewardess gediend. Deze dames werden allemaal gered.
Ontmoeting met Thomas Andrews:
‘We hadden de dekens en de reddingsvesten al uit de kamers gehaald die leeg waren aan de voet van de trap. Meneer Andrews zei tegen mij: “doe je reddingsvest om en loop rond en laat de passagiers je zien.” Ik zei tegen hem: “Het ziet er nogal gemeen uit”, en hij zei: “Nee, doe hem om”, en daarna zei hij tegen mij: “Als je waarde aan je leven hecht, doe dan je vest om.’
Annie werd gered door reddingsboot 11. Annie verliet die nacht om 1:40 uur het zinkende schip.
Annie werd opgeroepen om te getuigen in het onderzoek naar de ramp.
In juli 1913 ontmoette Annie de koning en koningin toen het koninklijk paar Liverpool bezocht:
‘Aan boord van de tender Galatea, die hen rond de handelsvloot voerde, maakten Hunne Majesteiten kennis met een stewardess, mevrouw Robinson, een van de overlevenden van de Titanic. De koning was onmiddellijk geïnteresseerd en overstelpte de stewardess met vragen, maar mevrouw Robinson leek niet geneigd over de ramp te spreken.’
‘Het is iets waar je achteraf niet graag over praat ‘, zei ze tegen hem. “Het was te verschrikkelijk.”