Kathleen was de enige die het nalatenschap van haar moeder kreeg van het ‘Titanic Relief Fund Southampton Committee’. Het is onduidelijk waarom alleen Kathleen dit kreeg. ook is het niet duidelijk wie, na de dood van haar moeder, de voogd van Kathleen werd, aangezien haar vader niet meer in beeld leek te zijn. Als wees uit het Hulpfonds zouden de voogden van Kathleen wekelijks een dubbele toelage hebben ontvangen. In het jaar 1922 kreeg Kathleen voor het laatst geld van het noodfonds, toen kreeg ze een beurs toegekend voor haar stage.
In het jaar 1939 woonde en Werkte haar zoon John Patrick en haar man John nog steeds in Liverpool, hij nog steeds als expediteur en zijn ongehuwde zoon in een verpakkingsbedrijf. John stierf het jaar daarop in 1940 op 71-jarige leeftijd. Wat er met de jongere John is gebeurd, is niet bekend.
De oudste dochter van Kate, Bridget of Ann Marie, werkte als huishoudster bij een cargadoor en woonde in 1939 bij haar werkgevers in Finchley, Londen. In het jaar 1943 trouwde Ann Marie met Frederick Percy Allinson. Ann Marie en Frederick kregen samen geen kinderen. Ann Marie bleef de rest van haar leven in Londen. In het jaar 1971 overleed Ann Marie Barnet.
De jongste dochter van Kate, Kathleen, volgde later een opleiding tot leraar en werkte in Birmingham voordat ze naar Ierland verhuisde. waar ze in 1936 in Co Waterford trouwde met officier Michael Crotty. In haar huwelijksakte verklaarde zij dat haar vader was overleden, maar dit was niet het geval.
Kathleen en Michael samen vier kinderen.
Kathleen bracht haar laatste dagen door in Limerick en de familie herinnert zich dat ze terughoudend was om ooit over de Titanic te praten en weigerde in 1997 naar de blockbuster van James Cameron te kijken omdat het te emotioneel voor haar zou zijn. In het jaar 201 overleed Kathleen.