In het jaar 1885 werd er in Kafr Mishkī, nu Libanon, een kind geboren.
Het was een jongen en zijn ouders noemde hem: Sulayman (noemde zichzelf Sleiman).
Sleiman was de zoon van George Kahlīl, moeder onbekend.
Het is onbekend of en hoeveel zussen Sleiman had:
Het is onbekend of en hoeveel broers Sleiman had:
Hij was van 1909 tot 1912 terug in Kafr Mishkī, Syrië. Na die drie jaar vond hij dat het tijd was om terug te gaan naar Ottawa. Vanuit Syrië maakte hij een grote reis naar Noord-Frankrijk. Veel andere Syriërs uit Kafr Mishkī gingen naar Cherbourg en hadden daar een zaken- of familielid, dus begon hij zijn reis met collega-koopman Mariyam Assāf Khalīl, aangezien hij familie van haar was. Ze was zijn tante, de neef van zijn vader George. Mariyam en Sleiman zouden naast hen ook Assāf Jirjis Tu’mah Al-Sayqalī hebben, een andere jongeman zoals Sleiman en familie van hen.
De reis zou eerst naar Beiroet leiden, aangezien dat hun eerste oversteek naar Zuid-Frankrijk was. In Marseille moesten alle migranten worden onderzocht op mogelijke ziekten om besmetting te voorkomen. Sleiman, Mariyam en Assaf mochten samen met diverse anderen verder. Terwijl ze daar waren, hadden ze gehoord van de Titanic. Met dat in gedachten vertrokken ze naar het noorden.
Sleiman Attala behoorde tot de menigte die zich had verzameld om met een speciale tender naar de Titanic te worden gebracht, terwijl het schip voor anker lag in de haven van Cherbourg, die niet diep genoeg was om de Titanic af te meren. Het was 10 april ’s avonds toen hij met deze gigantische stoomboot vertrok. Sleiman reisde derde klas.
Omdat het schip goed op koers was naar New York, navigeerde het met goede snelheid door een ijsveld. Plotseling zagen haar uitkijkposten een ijsberg voor het schip, minder dan een halve mijl verderop. In allerijl werd het schip naar bakboord gedraaid en de motoren in de achteruit gezet, maar de Titanic was te dicht bij de ijsberg en raakte het. Er kwam veel water het schip binnen stromen.
Op 15 april zag de kapitein, Edward Smith, wat er aan de hand was. Met de analyse van scheepsbouwer Thomas Andrews kwam hij tot de conclusie dat de Titanic niet onzinkbaar was zoals werd beweerd, maar vanaf nu slechts ruim 2 uur kon blijven drijven. Hij liet de bemanning net na middernacht de reddingsboten gereedmaken om zoveel mogelijk passagiers te evacueren. Terwijl Mariyam ’s avonds laat op het botendek was, kon ze naar Collapsible C worden gebracht en van het zinkende schip vluchten. Terwijl de Titanic zonk, werden alle reddingsboten, behalve haar laatste twee, veilig gelanceerd. Ze zakte weg toen ze een plotselinge duik maakte. Om 02.20 uur was het schip helemaal verdwenen.
Sleiman overleefde de ramp met de Titanic neit, zijn lichaam werd nooit terug gevonden. Sleiman overleed op 27-jarige leeftijd.
Mariyam overleefde de ramp wel, zij werd gered door de Carpathia. Later zei ze dat haar twee neven, Sleiman en Assaf, waren neergeschoten door een officier toen ze probeerden een reddingsboot te bereiken.