Op 25 november 1890 werd er in Belfast, Ierland (het huidige Noord-Ierland) een kind geboren.
Het was een jongen en zijn ouders noemde hen: Alfred.
Alfred was de zoon van linnenopzichter (supervisor of voorman in een linnenfabriek) James Cunningham en Elizabeth Brooks.
Alfred had twee zussen:
– Lily Margaretta
– Martha
Alfred had drie broers:
– James
– Robert
– Thomas
Op 30 augustus 1896 overleed Alfred’s vader aan de koorts, hij liet een zwangere vrouw en vijf kinderen achter, zijn vader werd begraven op de stadsbegraafplaats van Belfast.
In het jaar 1901 woont Alfred samen met zijn moeder, broers en zussen in het New Lodge-gebied van Belfast City.
In het jaar 1911 was Alfred ongehuwd en was hij leerling-scheepsmonteur.
Alfred was één van de negen scheepsmonteurs van Harland and Wolff die waren uitgekozen om toezicht te houden op het goede verloop van de eerste reis van de Titanic.
Alfred stierf overleed tijdens de ramp met de Titanic, zijn lichaam werd nooit teruggevonden. In eerste instantie kreeg zijn moeder een bericht dat haar zoon gered was en in veilig was:
‘BELFAST JEUGD AANKONDIGD ONDER DE GEREDDEN
Mevrouw Cunningham, 4 Spamount Street, Belfast, heeft de volgende berichten ontvangen van de heren Harland & Wolff:
“Het volgende telegram is ontvangen uit Southampton: – ‘Naam van A. Cunningham onder de geredden.’”
Cunningham was een leerling op het Queen’s Island en was een van de partijen van de scheepswerf die met de voering vertrokken. Larne Times , 27 april 1912′
Maar de blijdschap bij zijn familie was voor korte duur en al snel werd duidelijk dat hij de ramp niet had overleefd. Men had hem verward met de overlevende rentmeester Andrew Cunningham en het nieuws verspreidde zich over Ierland.
HET LOT VAN ALFRED CUNNINGHAM
‘De heren Harland & Wolff ontvingen gisteren een telegram waarin stond dat hun leerling Alfred Cunningham niet tot de overlevenden van de ramp met de Titanic behoorde. gered. Het is buitengewoon triest dat de hoop van de familie van de jongen Cunningham nu de bodem wordt ingeslagen, maar de verklaring dat hij gered is, lijkt te zijn ontstaan door een verwarring van namen. -Noordelijke Whig , 26 april 1912’
Alfred overleed op 21-jarige leeftijd.
HARLAND & WOLFF’S PERSONEEL
‘De heren Harland & Wolff hebben een telegram ontvangen waarin staat dat hun leerling Alfred Cunningham niet tot de overlevenden behoort; bijgevolg lijkt geen van hun personeelsleden het te hebben overleefd.
Cunningham werd zaterdag gemeld te zijn gered. Hij was een leerling-monteur en woonde in Spamount Street 4. – Dublin Daily Express , 26 april 1912′
Zijn broer Robert kwam later om het leven terwijl hij in de koopvaardij diende aan boord van de SS Castlebar, die op 13 maart 1918 tot zinken werd gebracht.
Zijn moeder woonde de rest van haar leven in Spamount Street en stierf op 29 november 1922; ze is begraven met haar man in City Cemetery, Belfast. Zijn zus Martha trouwde later in oktober 1920 met arbeider James Bailie; ze stierf in Belfast op 30 september 1952 en werd begraven bij haar ouders.